Kruisje

 

Onlangs heb ik weer vol interesse en met kriebels in mijn buik de verslagen vanuit Nijmegen bekeken. Wat een feest is die Vierdaagse toch. En dat al 102 keer. Duizenden mensen die zingend en lallend alsof ze dronken zijn 30, 40 of zelfs 50 km per dag lopen. Het lijkt haast een makkie. Alleen al door die gezelligheid. Muziek, drommen mensen langs de kant van de weg met water, snoep en schijfjes komkommer. En ’s avonds hoef je je ook niet te vervelen want er treden zo’n 3000 artiesten op. Op meer dan 40 locaties in de stad is er Street food, survival sportactiviteiten (tuurlijk, heb je net zin in), een kidsplein, een zomerbar en een keur aan voorstellingen te vinden. Het wordt niet voor niets the party of the year genoemd.

Ook ik heb hier ooit eens aan deelgenomen. (Aan de wandeltocht, niet aan de feesten, maar daarover later meer.) Dit jaar precies 20 jaar geleden! Ik was 29. Mijn vriendin en ik hadden ons voorgenomen om gezellig mee te lopen. Ik bedoel, hoe moeilijk kan het zijn? Wandelen!? Dat deed ik al 3 x per dag met de hond dus ik had een voorsprong .…

Gelukkig waren wij toen al verstandig. (Of waren we toen nog verstandig?) Wij gingen serieus trainen. Begonnen met 5 km, 10, 12,5 enz. Dat ging best goed zo 1 x per week. Aangezien wij nooit uitgekletst raken waren we weer thuis voordat we er erg in hadden. Maar het echte werk moest nog komen. Want we moesten natuurlijk wel blijven opbouwen. Uiteindelijk moesten we capabel genoeg zijn om 40 km te kunnen lopen, en dat 4 dagen achter elkaar. Wij namen onze missie zeer serieus en dat is maar goed ook. Goeie schoenen kochten we. Maar ook hele goeie sokken want die zijn minstens zo belangrijk. Naadloos ondergoed, vaseline voor de liezen en ballen om in te knijpen tegen dikke vingers. En we gaven ons op voor elke georganiseerde tocht in de buurt. De eerste keer dat we echt 40 km zouden lopen was een uitgesproken kl*tedag. Het regende niet, het goot! Geen mens gaat met dat weer de straat op, maar wij, ja wij hadden een missie en een ‘verplichting’ naar elkaar. We vertrokken vanuit onze woonplaats naar omliggende dorpen en steden waar ik normaal gesproken niet eens de fiets maar de auto voor zou pakken.  Steeds verder dreven we van huis af. Letterlijk. “En ik moet nog terug, ik-moet-nog-terug”, was het enige wat ik kon denken. Kledder, zeik, door-en-door nat waren we. Eindelijk liepen we weer richting huis. Ik dacht; ‘Als ik hier nou links ga ben ik zo thuis. Want waarom doe ik dit?? Voor wie doe ik dit?? Ik lijk wel gek, er komen nog genoeg tochten. Loop ik die wel uit.’ Maar ik liep toch met de meute en mijn vriendin mee en had dus die dag mijn eerste echte 40 km gelopen. Wow! ’s Avonds zat ik gewoon op een verjaardagsfeestje en mankeerde niks. Terwijl ik tijdens de wandeling echt dacht dat dit voor niemand goed was, dus zéker niet voor mij. Dat gaf een boost. Die overwinning. Dat je denkt dat het allemaal heel erg is en je zo ontzettend veel medelijden met jezelf hebt en later blijkt, pfuh, viel best mee eigenlijk. Ik leef gewoon nog. Ik kan dit!

 

We deden ook leuke contacten op. Want als je met zo’n wandelclub meeloopt heeft iedereen hetzelfde doel en dat schept een band. Omdat het voor ons ook de eerste keer was kregen we uiteraard alle tips en tricks te verwerken. Die namen we graag ter harte. We hebben hem dan ook, ik zou bijna zeggen, fluitend uitgelopen. Maar dan zou ik overdrijven. Neuriënd dan. We sliepen in een studentenhuis om de hoek van de Wedren, het was ideaal wandelweer en ik heb welgeteld 2 mini blaartjes gehad. Alles zat dus mee. Maar toch viel het mentaal best tegen. Op tv zie je al die feesten voorbij komen en massa’s mensen langs de kant van de weg juichen en zingen. Maar vergis je niet mensen. 40 km is lang. Urenlang loop je door stille polders. Geen bal te beleven want denk maar niet dat al die wandelaars 40 km lang lopen te zingen. Dat zijn momenten. Als we dan eindelijk weer een dorpje naderden was ik zó blij. Maar 2 minuten en je was er weer doorheen. Ik weet nog goed dat ik op een gegeven moment dacht; ‘ah, we zitten al op de helft!!’. Maar meteen kwam het besef; we moeten dus nóg 20 km. T-w-i-n-t-i-g!

 

Van die feesten hebben wij niks, nakkes, nada meegekregen. Wij lagen, nadat we elke dag bij Bakker Bart een broodje hadden gegeten, om 7 uur op bed. We moesten ons immers om 5 uur (!) al weer melden in het feestgedruis wat niet op leek op te houden. (Stonden die toeschouwers er nou wéér? Nee die stonden er nóg!) Nou dan voel ik niet persé de behoefte zeg maar om de avond ervoor ook nog eens flink tekeer te gaan. 

Maar dan komt het einde in zicht. We hadden een helium ballon van Koekiemonster aan onze tas geknoopt zodat onze familie die ons kwam inhalen ons van ver zouden kunnen zien aankomen op de Via Gladiola. Want ja, je loopt niet bepaald met een klein clubje. Het werkte. Ik kreeg mijn eerste echte gladiool, 1000 knuffels en felicitaties en een dikke zoen van mijn vriend. We werden ingehaald als helden. Zó leuk!! Zij gingen ’s avonds weer huiswaarts en mijn vriendin en ik bleven nog een nachtje hangen om eindelijk eens mee te kunnen doen met het feestgedruis. Het was tenslotte voorbij nu! Not. We waren veel te moe en wilden maar 1 ding. Naar bed en naar huis. Voor ons was het sowieso al een groot feest geweest. Echt een onvergetelijke ervaring. Maar wij wisten wél zeker; dit nooit meer. Volgend jaar lopen wij een marathon! Da’s net zo ver maar dan hoef je tenminste maar 1 dag. Veel makkelijker!

 Ach ja, op dat moment hielp die gedachte ons zullen we maar zeggen. Nogmaals, het was een onvergetelijke ervaring en we did it! En het is net als wanneer je je vakantiebestemming op tv ziet (hé, daar ben ik ook geweest), altijd weer plopt het in je op; ja, daar heb ik ook gelopen! Nog steeds als ik zo’n 40 km van huis ben denk ik; ‘vanaf hier kan ik te voet naar huis als het moet.’ Wat je brein soms met je doet hè.

 

Zoals ik al zei, elk jaar kijk ik met plezier de beelden op tv en internet. En elke keer gaat het weer kriebelen. Voorzichtig pols ik mijn vriendin. Wat blijkt, zij heeft precies hetzelfde. “Volgend jaar zijn we allebei 50. Hoeven we ‘nog maar’ 30 km te lopen voor het kruisje….”, zegt ze. Dat geeft de wandelaar moed. T’is ff een voorbereiding, maar toen konden we het ook!…. Hmmm, wordt vervolgd.